Gebied
De diklipharder komt voor in het noordoostelijk deel van de Atlantische oceaan, van IJsland tot Kaap Verdië en Senegal. Ook in de Middellandse Zee, Adriatische Zee en de Zwarte Zee worden diklipharders aangetroffen.
Grote diklipharders migreren in scholen van het open water naar de ondiepe kustwateren in mei en verlaten deze weer rond september. De winter wordt doorgebracht in dieper en relatief warm water (meer zuidelijk). Diklipharders hebben een hoge tolerantie voor verschillende zoutconcentraties en kunnen in brak en zelfs in zoet water voorkomen
UIT DE VISSERIJPRAKTIJK
Vissers in Zeeuwse wateren vangen eerder harders dan noordelijker collega’s en op het wad gaat de visserij in de herfst ook langer door.
In de Waddenzee is er een ‘zomerdip’ met lage vangsten in de periode juli-half augustus. De indruk bestaat dat in het waddengebied een groot deel van de vangst bestaat uit vissen die zijn gevangen tijdens hun migratie naar de Duitse/Deense kust of op terugweg.