Voedselweb
Meiofauna, macrofauna (wormpjes etc. van <2mm tot >0,5mm), jonge garnalen – garnalen – harder, zeebaars, wijting, platvis (m.n. schar) lepelaar, visser
Garnalen eten bij schemering en tijdens de vloed. Hun techniek bestaat uit het overvallen van passerende prooidieren. Ze eten wat voorhanden is. Omdat ze talrijk zijn, kunnen ze een effect hebben op prooibestanden en daarmee ook op het ecologisch functioneren van ondiepe kustwateren. Tot meer dan 20% van jaarlijkse voedselopname van garnalen zou bestaan uit jonge garnalen.
UIT DE VISSERIJPRAKTIJK
Sommige vissoorten zijn belangrijke garnalen-eters. Tot in de jaren 90 zagen vissers dat tijdens de jaarlijkse herfsttrek van wijting (boven de eilanden langs naar het westen en dan ook het wad op) veel garnaal door de wijting werd ‘weg gegraasd’, waarna het bestand de rest van de herfst veel kleiner bleef.
Ook van Schar is bekend dat een belangrijk deel van zijn voedsel uit garnalen bestaat.
Zowel van wijting als schar zijn de bestanden sinds het begin van deze eeuw afgenomen.
Bij vissers bestaat de indruk dat het grote garnalenbestand o.a. komt door afname van predatoren als kabeljauw, wijting en grote schar