Gebied
Het verspreidingsgebied van de Paling strekt zich uit vanaf Marokko, over het hele Middellandse Zeegebied, de Oostzee tot in het noorden van Noorwegen.
Paling kan in zoet en zout water leven.
Vooral overdag heeft paling een voorkeur voor beschutte plaatsen. In het zoete water verschuilen ze zich achter beschoeiingen, tussen rietwortels of in de bodem; in zee in mosselbanken, steenbestortingen of scheepswrakken.
Bij stuwen, waterinlaten en lozingswerken is het water zuurstofrijk en wordt veel voedsel aangevoerd. Dat vinden palingen prettig. Zuurstofloze omstandigheden en sterk vervuilde wateren worden gemeden.
UIT DE VISSERIJPRAKTIJK
Niet alle paling trekt naar het zoete binnenwater, sommigen blijven op het wad of de Dollard hangen.