Visserij
Kabeljauw is opgenomen in de Visserijwet (1963) en er geldt een minimummaat van 35 cm.
Vistuigen
Kabeljauw wordt gevangen met gesleepte vistuigen (boomkor, ottertrawl) in een gemengde bodemvisserij. En er wordt gevist met kieuwnetten, zegen en lijnen.
Het zijn vooral Engelse, Schotse en Deense kustvissers en een klein groepje Hollandse en Belgische vissers die met kleine boten op kabeljauw vissen met staande netten of lijnen. Langs de waddenkust is er sinds het einde van de tachtiger jaren geen kabeljauwvisserij meer.
Hoe selectief?
De kans op bijvangst van andere vissoorten groot, wanneer een bodembewoner als de kabeljauw met sleepnetten wordt bevist. Staandwantvisserij is selectiever op het formaat vis door de maaswijdte goed te kiezen. Andere mee gevangen soorten zijn dan verhandelbare consumptievissen.
Bekend is de Noorse lijnenvisserij op skrei bij de Lofoten; een zeer selectieve visserij. Wanneer zuidelijker met beuglijnen wordt gevist is de kans op bijvangst van grote vissen als haaien, roggen, tarbot en heilbot wel groter. Het voordeel van de lijnenvisserij is dat deze bijvangsten levensvatbaar teruggezet kunnen worden.
UIT DE VISSERIJPRAKTIJK
Voor kustvissers rondom de Noordzee is kabeljauwvangst vooral een wintervisserij; meestal vanaf eind oktober, als het water kouder wordt. De vis wordt dan vaak hoger boven de bodem gevangen met drijvende of zwevende lijnen. Vissers hebben de indruk dat de kabeljauw s ’winters hoger in het water aast op haring of sprot. Dat kan ook verklaren waarom de kabeljauw in de winter ver estuaria zoals de Eems en de Thames binnenzwemt, de scholen haring en sprot achterna.
Tot aan het einde van de dertiger jaren van de vorige eeuw viste de Nederlandse vloot voornamelijk met lijnen op kabeljauw. Daarna konden de ‘beugers’ niet langer concurreren met de stoomtrawlers.
Sommige vloten vissen gericht op kabeljauw, maar vaker wordt kabeljauw mee gevangen in de gemengde visserij op schelvis, wijting, garnalen, langoustines, schol en tong. Het percentage kabeljauw uitgedrukt als deel van de vangst is gedaald van 48% in 2007 tot 24% in 2011-2012. In de gemengde bodemvisserij op de Noordzee is kabeljauw in 2014 de beperkende soort, wat inhoudt dat bij het volraken van het kabeljauw quotum ook de visserij op andere bodemsoorten moet worden gestaakt, ook al zijn de quota daarvan nog niet opgevist.
Voor de Noordzee is een gezamenlijk beheer van het kabeljauwbestand afgesproken tussen de EU en Noorwegen. Het gedeelde doel is een duurzame visserij met een hoge opbrengst. Inspanningsbeperkingen voor schepen in de EU zijn geregistreerd zijn ingevoerd in 2003. Vanaf 2006 is de limiet vastgesteld op jaarlijkse basis. Vanaf 2009 wordt de totale inspanning (gemeten in kW-dagen) vastgesteld en verdeeld over de verschillende vistuig-typen die door de vissersvloten van elk land voor de bodemvisserij worden gebruikt; voor de gerichte visserij op kabeljauw of met kabeljauw als bijvangst. Dit is de zogenoemde Annex2A-regeling in het kader van het kabeljauw-herstelplan. Voor de verschillende vistuigen zijn voorschriften voor de minimum maaswijdtes vastgelegd.