Visserij

De garnalenvisserij wordt niet beperkt door quota of vangmaten. Wel moeten netten aan voorwaarden voldoen om bijvangsten te voorkomen, zoals de zeeflap.
In Nederland moet de visserij vanaf 1 januari 2009 ook een vergunning hebben in het kader van de Natuurbeschermingswet.
De aanvraag voor MSC certificering door garnalenvissers loopt nog.
Grote gebieden in de Noordzeekustzone zijn gesloten voor bodem beroerende garnalenvisserij.

Vistuigen
Actieve visserij met sleepnetten (boomkor en klossenpees die over de bodem rolt). Binnen de 12 mijl door schepen met max 300 pk. Vangsten worden aan boord gezeefd. Maaswijdte is min. 20 mm; afgestemd op de beoogde (niet opgelegde) vangmaat van 35-80 mm. Nadeel van boomkorvisserij is de bodemberoering.
Passieve visserij met fuiken, korven of staande kuilnetten gebeurd vrijwel niet meer.

In de afgelopen jaren is gewerkt aan het verminderen van bodemberoering, bijvangst en energiegebruik. De Pulskor werkt met een electrische puls die de garnaal laat opspringen en maakt de klossenpees overbodig. Voordelen van de pulsvisserij zijn minder bodemberoering en lager brandstofverbruik. Nadeel is het effect op platvis en rondvis die ook verdoofd wordt door de schok. Met pulsvisserij kan door gevist worden in seizoenen met weinig garnalen. De visserijdruk kan daardoor toenemen. Op het wad heeft een visser een ontheffing voor een proef met de pulskor; op zee gaat het om meerdere proefprojecten.
Alternatieven voor de korboom met zware sledes zijn bijv. de Sumwing en Seawing, die door hun vleugelprofiel de druk op de bodem verminderen.

Hoe selectief?
Een groot deel van de gevangen garnaal is te klein voor de markt. Vissers lossen dit op door verplicht aan boord te zeven. Te kleine garnaal gaat levend terug.
Bijvangst van kleine visjes, vooral jonge platvis, is schadelijk. De nieuwste generatie spoel-sorteermachines laat een groot deel van deze bijvangst levend overboord spoelen. Toch is de uiteindelijke sterfte vrij hoog. Oplossingen worden gezocht in de verwerking aan dek; zoals de ‘overlevingsbak’ en het lozen door een loospijp om vraat door meeuwen te verminderen.
Grotere vissen kunnen ontsnappen dankzij de ‘zeeflap’: een grootmazig binnennet dat in het garnalennet is geplaatst en dat grotere bijvangst via een eigen uitgang uit het net laat ontsnappen. Garnalen en kleinere bijvangst wordt niet naar buiten geleid, zij zwemmen door de grote mazen heen en komen in het fijnmaziger achtereinde van het garnalennet terecht.