Visserij
Er zijn Merk-terugvang experimenten; die hebben nog geen gegevens opgeleverd.
Kustvissers herkennen de aanwezigheid van harders aan de rugvin die soms door het wateroppervlak snijdt en aan de typerende dubbele graassporen op de drooggevallen wadplaten. Het zijn sterke en slimme dieren die in staat zijn over de staande netten heen te springen. Voor consumptie worden harders gekweekt in Mediterrane landen, en veel in Nederland aangeboden.
De aanlandingen in de Nederlandse visserij worden geregistreerd; 123-300 ton per jaar in de periode 2001-2007. Per jaar kunnen de vangsten behoorlijk wisselen. Nauwkeurige cijfers van vangsten op het wad zijn er niet, omdat er deels sprake is van rechtstreekse verkoop. Een best mogelijke totaalschatting voor de ca. vijf actieve bedrijven ligt tussen de 20 en 40 ton per jaar. Na 2007 zien we een dalende trend door het afnemende bestand.
Vistuigen
De kustvisser vist meestal met staand want of de zegen. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor hengels, beugels of (hand)lijnen. Als aas voor de lijnen wordt deeg, zachte vis of visresten, slijkzager, of imitaties van groene algen gebruikt.
Garnalenvissers kunnen harder in de sleepnetten vangen, dat is verhandelbare vangst.
Zeevissers vissen op harder met sleepnetten, Deense, Schotse, span- of ringzegens.
Hoe selectief
Kustvissers kunnen met staand want, de zegen of met lijnen ook zeebaars vangen en soms een platvis als bot. Het gaat dan om verhandelbare vangst. Er is dus geen ongewenste bijvangst.