Biologie
Kabeljauw is een rondvis die bij de bodem leeft en 25-30 jaar oud kan worden.
Hij plant zich voort van begin januari tot april op open zee, in het zuidelijke deel van de Noordzee. Hoe snel de eieren zich ontwikkelen is afhankelijk van de watertemperatuur. Het varieert van 27 dagen bij 2 °C tot 8,5 dag bij 13 °C.
Bij het uitkomen zijn de larven 4 mm lang en ze hebben een dooierzak die verteert in ongeveer 6 dagen. Daarna moeten de larven hun voedsel zelf vangen. Het is een snelle groeier. Na twee jaar meet de vis 45 cm (1 kg) en na vier jaar ongeveer 70 cm (3,5 kg).
Tussen het tweede en zesde jaar wordt kabeljauw geslachtsrijp. De mannetjes zijn eerder rijp dan vrouwtjes en het zuidelijk deel van de Noordzee gaat de rijping sneller dan in het noordelijke deel.
Het is een vruchtbare vis: een vrouwelijke kabeljauw kan tot 500.000 eieren per kilo lichaamsgewicht leggen per jaar.