Visserij
Vanaf 1 januari 2010 geldt een verplichte vangstregistratie in de binnenwateren.
Van 1 september tot 1 december is de visserij gesloten. Dat betekent dat er beperkingen zijn voor alle vistuigen waar mogelijk paling mee gevangen kan worden. Als uitzondering geldt een Fries proefproject waarbij vissers onder controle doorvissen en een vastgesteld deel van de schieraal buitendijks uitzetten.
Op 14 oktober 2016 maakte het Ministerie van Economische Zaken bekend dergelijke vormen van ‘decentraal aalbeheer’ landelijk in te willen voeren, met ingang van 2018.
Vistuigen
Voor het vangen van paling wordt voornamelijk gebruik gemaakt van fuiken. Daarnaast worden ook lijnenvisserij (vanglijn met vishaken) en beaasde aalkisten en -kubben ingezet. Fuiken zijn er in vele soorten en maten maar het vangprincipe is voor alle fuiken hetzelfde. Vissen worden door een schut- of keerwant of vleugel naar de ingang van de trechtervormige fuik geleid waarna ze via de zogenaamde kelen (vernauwingen in het netwerk die terugzwemmen verhinderen) in de opvangzak van de fuik terecht komen.
Hoe selectief?
Met de juiste keuze van aas en visplek kan lijnen visserij (hoekwant) op aal heel selectief aal vangen. Fuiken zijn geen selectief vangtuig maar hebben als groot voordeel dat de vangst en de bijvangst niet beschadigd en grotendeels levend teruggezet kan worden als de fuiken regelmatig geleegd worden.
In Kustwateren zijn fuiken verplicht voorzien van keerwant, waardoor duikende vogels en zeehonden er niet in kunnen komen. Op het binnenwater worden soorten als zeelt en rivierkreeft mee gevangen. Voor zover het soorten betreft die aangevoerd mogen worden, zoeken binnenvissers naar afzet.