Visserij
Spiering heeft een kenmerkende komkommerachtige geur. En is in zijn geheel eetbaar. Jonge spiering en jonge haringachtigen wordt in sommige landen als lekkernij van de grill gegeten (whitebait). Dat is vis die zich niet heeft kunnen voortplanten.
De markt voor spiering is in Nederland klein, maar kenners waarderen de smaak van het visje als hij vers is. Tot het begin van de 19de eeuw had de spiering met name in het rivierengebied een goede reputatie als consumptie vis en was de vangst een belangrijke onderdeel van de riviervisserij. Daarna is het visje van de markt verdrongen door de steeds goedkopere en verder landinwaarts verkrijgbare zeevis.
Spiering is een gastheer voor tal van parasieten. Dat geldt voor vrijwel alle vissen die in de waterkolom leven. Voor menselijke consumptie betekent dit dat de vis voldoende verwarmt of diepgevroren moet worden. Bakken, koken of roken boven de 60°C ca. 10 minuten of minimaal 60 uur bij -20°C diepvriezen dood de parasieten.
UIT DE VISSERIJPRAKTIJK
Het is een kwetsbaar visje, dat met zorg behandeld moet worden, anders gaat de kwaliteit sterk achteruit. Direct na de vangst verwerken, invriezen, of verkopen is van belang.
Op IJsselmeer en Markermeer wordt met schietfuiken gevist in het vroege voorjaar wanneer de spiering zich concentreert langs de oevers om te paaien. Een groot deel van de spiering die in de spuikommen bij Kornwerd en Den Oever wordt gevangen is waarschijnlijk uitgespoelde IJsselmeerspiering.
In de zomer is een beperkte visserij met sleepnetten op spiering die gebruikt wordt als aas voor aalkistjes en hoekwant. Het grootste deel van de spieringvangst wordt geëxporteerd naar Mediterrane landen.
Vistuigen
Op benedenrivieren en in getijdenwater kun je spiering vangen met de ankerkuil en staande kuilnetten, fuiken, of pelagische (niet bodem beroerende-) sleepnetten. Ook kieuwnetten en drijfnetten worden toegepast.
Spiering gevangen met drijfnetten of kieuwnetten kan het best direct tijdens het uithalen gekopt en verwerkt worden. Eenmaal gevangen sterft de vis snel en bij het uithalen beschadigd hij toch. Tegelijk met het koppen worden dan de ingewanden verwijderd en dat vergroot de houdbaarheid.
Selectief vangen
UIT DE VISSERIJPRAKTIJK
Spieringdrijfnetten met de goede maaswijdte (33 tot 40 mm gestrekt) vangen heel selectief spiering. Dat blijkt uit visserijexperimenten. Bliek ontsnapt door de mazen. Belangrijker is dat deze methode gebruik maakt van het gedrag van de spiering. Het lijkt er op dat met name tijdens de eb spiering met de kop naar de stroom gericht de stroom ‘dood zwemt’. Het drijfnet drijft met de stroom mee en de vis krijgt de maas over de kop. Hetzelfde schijnt op te gaan voor de sprot als die zich ‘s winters in estuaria ophoudt.
De andere vistuigen (staande kuilnetten, sleepnetten) vissen redelijk selectief als er voldoende gebruik gemaakt wordt van kennis over het gedrag van spiering (waar en onder welke omstandigheden het te vangen is, etc). Staande kuilnetten die dicht bij de geulrand waren geplaatst vingen veel andere vis (vooral bliek). Kuilen die tegelijkertijd op bijna dezelfde locatie, maar verder naar het midden van de geul stonden vingen bijna uitsluitend spiering.
Regulering
Spiering is opgenomen in de Visserijwet (1963), maar er geldt geen minimummaat. Voor de kust- en zeevisserij op spiering zijn geen specifieke regels, behoudens de algemene bepalingen ten aanzien van maaswijdtes en vismethoden (Uitvoeringsregeling Visserij).
De binnenvisserij op spiering valt onder de bepalingen in het Reglement voor de binnenvisserij 1985. Er kan door de Minister echter jaarlijks een vrijstelling worden verleend (art 65) voor:
- Vissen met de grote fuik en de schietfuik binnenvisserij ten behoeve van de vangst van spiering gedurende een periode die de Minister daartoe jaarlijks kan vaststellen, welke periode maximaal drie weken duurt en een aanvang neemt na 1 maart.
- Van 1 januari tot en met 30 april toestemming om te vissen met de grote fuik mits in het achterste deel van de fuik een netwerk, bestaande uit tenminste 80 mazen met een maaswijdte van tenminste 40 mm is aangebracht achter de laatste inkeling zodanig dat deze mazen in de te water staande fuik vierkant van vorm zijn en vis via deze mazen uit de fuik kan ontsnappen.
IMARES heeft een advies uitgewerkt over de toepassing van het voorzorgprincipe in de spieringvisserij IJsselmeer/Markermeer (De Leeuw, 2007). Rondom de spieringvisserij in het IJsselmeer ontstond in 2012 veel discussie en werden procedures uitgevochten tot aan de Raad van State. De spiering in het IJsselmeer is voedsel voor (broedende) vogels, zoals visdieven op het eilandje De Kreupel. De spieringvisserij in IJsselmeer en Markermeer is (en blijft ook na vaststelling van het Beheerplan) vergunning plichtig onder de NB-wet.