Voedselweb
Dierlijk plankton, watervlooien, roeipootkreeftjes en andere kleine kreeftachtigen, visjes en ook jonge soortgenoten – trekkende spiering – visdiefjes en andere vogels, vissen als paling, kabeljauw en bot, zeehond, visser
Algen, dierlijk plankton – binnen spiering – baars, snoekbaars, visetende vogels als fuut, grote zaagbek, nonnetje en zwarte stern, visser
In de eerste week voeden spieringlarven zich nog met de inhoud van hun dooierzak. Hoe groter de spiering wordt, des te groter de prooi die hij vangt; van dierlijk plankton naar vis. De spiering is een zichtjager; het type voedsel en de hoeveelheid worden bepaald door de beschikbaarheid. Spieringlarven en spieringen zijn een belangrijke voedselbron voor allerlei vissen en vogels. Jonge fint (zeldzaam) is een mogelijke voedselconcurrent van de spiering.
In het IJsselmeer/Markermeer vormt binnen spiering de schakel tussen algen en dierlijk plankton en roofdieren zoals baars en snoekbaars en visetende vogels als fuut, grote zaagbek, nonnetje en zwarte stern.